Naborrelen met Mirjam Bikker
Deze week schoof ChristenUnie frontvrouw Mirjam Bikker aan bij Op1 met een plan om online antisemitisme aan te pakken. Sinds het conflict in Israël en Gaza is ontbrand, laait het antisemitisme ook hier steeds verder op. Als het aan Mirjam Bikker ligt, moet online Jodenhaat onder het snelrecht vallen. ‘Als jij zulke vunzigheid uit je toetsenbord weet te rammelen, dan verdien je het gewoon dat de politie bij je op de stoep staat en dat je wordt aangepakt’, zei ze woensdag in Op1.
Door Eveline van Gils
Een haast VVD’esk law and order plan wat goed past binnen haar profiel als jurist. Ook valt het woensdag op dat zij, net als haar voorganger Gert-Jan Segers, Israël stevig steunt in hun strijd tegen Hamas. Ik ben benieuwd hoe ze dit standpunt verenigt met de christelijke wens tot vrede.
Na een door debatten geradbraakte nacht mag ik haar vrijdag tussen 15:10 en 15:30 spreken. Dat ze een harde werker is, blijkt wel uit haar agenda die ondanks haar evidente slaapgebrek van minuut tot minuut gevuld is. Alleen de zondag is heilig. Uiteraard.
Deze werklust zal een van de redenen zijn waarom Mirjam Bikker alle glazen plafond-wetten aan haar laars lapt. Zo maakte ze begin dit jaar voor de tweede keer in haar politieke carrière onwaarschijnlijk snel promotie. Eerst in Utrecht waar ze op haar 23ste na één jaar als raadslid tot de lokale fractievoorzitter werd gekroond en nu in de landelijke politiek waar ze na twee jaar in de Tweede Kamer bovenaan de ChristenUnie-lijst prijkt. Nota bene als eerste vrouwelijke lijsttrekker ooit.
Wat maakt dat iemand zo schijnbaar niet-machtsbelust, zo schijnbaar eenvoudig de politieke ladder beklimt? Naast dat ze ‘extreem stabiel’ is volgens partijgenoten, is ze volgens collega’s ook een scherpe debater. Wanneer ik haar vraag wat mensen in haar zien, is ze bescheiden op het politiek correcte af. Ze noemt haar gedrevenheid en idealen als reden voor haar politieke succes. Dat lijken me geen unieke eigenschappen in Den Haag en na even doordrammen, bevestigt ze dat ‘hoe ze zich uitdrukt’ ook een talent is. Dat zal nogal een understatement zijn. Beatrice de Graaf omschreef Mirjam Bikker eerder namelijk als iemand die ‘zo uit haar hoofd een verhaal kan houden’.
Aan de telefoon vertelt Bikker dat fietsend door Utrecht het zaadje voor haar politieke loopbaan werd geplant. In die stad ervoer ze oneindige mogelijkheden, ‘juist ook voor jonge vrouwen’. Daarom schrok ze toen ze onderweg naar haar tentamen langs de prostitutieplek bij het Zandpad fietste. De onvrijheid van de sekswerkers daar paste niet bij de stad. ‘Dat moet toch anders kunnen’, dacht ze. Uiteindelijk lukte het haar om het Zandpad te sluiten. Een overwinning, zou je denken, maar niet voor Bikker. Volgens haar draait het in de politiek namelijk ‘niet om successen’.
Bent u dan helemaal niet competitief?
‘Ik heb natuurlijk wel een gezonde wedstrijdspanning. Ik hou ervan om het goed te doen, maar het moet uiteindelijk niet om scoren draaien. Het gaat er niet om of ik een motie wel of niet binnenhaal. We moeten echte problemen oplossen waar echte mensen in het dagelijks leven tegenaan lopen.’
Het lijkt me ook ergens een soort zelfbescherming? Als succes niet belangrijk is, kan je ook niet falen?
‘Toch werkt het voor mij zo. Ik wil mijn kompas op orde houden en niet bezig zijn met een krantenkop scoren. Ik wil laten zien waarom de ChristenUnie een fantastisch antwoord is op wat we nodig hebben. Als het me om de aandacht te doen was, had ik maar een influencer moeten worden.’
Er zit geen grammetje ijdelheid in u?
‘Vast wel, dat zit in ieder mens. Al heb ik de indruk dat er bij mij toch wel heel weinig zit. Ik ben totaal niet bezig met uiterlijkheden.’
Welke van de zeven hoofdzonden vindt u het moeilijkst om na te leven?
‘Ik ga het andersom doen oké? Matigheid is een van de zeven deugden en die bezit ik niet. Ik heb een zekere mateloosheid. Vooral wat betreft werk. Ik ga maar door en door en door. Daarom ben ik blij dat zondag ook echt een rustdag is voor mij. Dan ga ik naar de kerk en doe ik leuke dingen met het gezin. Dat heb ik keihard nodig, anders blijf ik maar doorgaan. Daar word ik geen leuker mens van.’
Verwacht u van werknemers dezelfde mateloze gedrevenheid?
‘Ik probeer terughoudend te zijn in wat ik van de mensen om me heen vraag. Dit werk gaat altijd door, ook in de avonden en in de weekenden. Daarom moet je het goed met elkaar verdelen. Ik merk bij mezelf dat het helpt om kinderen te hebben. Zij zorgen ervoor dat ik werk aan de kant schuif en mijn aandacht verleg.’
Hoe ontspant u?
‘Mijn echte guilty pleasure is Heel Holland Bakt. Dat is geloof ik niet iets wat de gemiddelde politicus graag kijkt, maar ik wel. Ik heb diepe bewondering voor wat die deelnemers voor elkaar weten te krijgen. Als ik daarna kijk, ontspan ik volledig. Dat krijg ik ook door naar de kerk te gaan.’
Op wat voor manier?
‘Aan het einde van de kerkdienst krijg je de zegen. Je opent je handen, je ontvangt en dat mag je dan weer uitdelen. Je bent een geliefd mens, gewoon omdat je er bent. Dat is voor mij het moment waarop ik tot rust kom omdat ik dan voel dat het niet allemaal van mij afhangt. Tegelijkertijd vind ik dat je de verantwoordelijkheid hebt om het goede te doen met de talenten die je hebt.’
En die verantwoordelijkheid is de politiek?
‘Ik ben nooit gebrand geweest op een politieke loopbaan. Sterker nog, toen ik als lijsttrekker van Utrecht werd gevraagd, stapte ik van schrik de verkeerde bus in. De politiek was nooit mijn doel. Het is wel mijn doel om voluit te dienen. Dus als ik gevraagd word voor iets, zeg ik ja.’
Als raadslid in Utrecht heeft u zich fel verzet tegen een grote advertentie van een bikinimodel. Dit zou slecht zijn voor het zelfbeeld van vrouwen. Hoe is uw zelfbeeld?
‘Het heeft mij tijd gekost om een positief zelfbeeld te ontwikkelen. Net als zoveel andere jonge meisjes was ik niet tevreden. Iedere keer dat ik in de spiegel keek, zag ik vooral wat ik anders zou willen.’
Wat zou u anders willen?
‘Bijvoorbeeld die bril. Had ik maar geen bril, dacht ik soms. Maar het hoort bij me. Ik heb leren accepteren dat ik ben zoals ik ben. God heeft mensen bedoeld zoals ze zijn. Ik ben er de afgelopen twee jaar van geschrokken hoeveel stress zelfbeeld jongeren oplevert. We leggen in deze samenleving te veel nadruk op prestaties en looks.’
Aan de politiek zit ook een showelement. Hoe gaat u daarmee om?
‘Het hoort erbij en ik probeer het zo goed mogelijk te doen, maar ik hou er niet van. Als anderen er vrolijk van worden om met me op de foto te gaan, dan doe ik dat, maar ik zal het zeker niet missen wanneer ik de politiek verlaat.’
Waar zit nu uw zelfkritiek?
‘Mijn conditie. Wanneer ik ga rennen met mijn zoon, loopt hij me er makkelijk uit. Dat vind ik eigenlijk niet oké.’
Wat voor kind was u?
‘Een vrolijk, nieuwsgierig kind dat ontzettend hield van buitenspelen. Ik was gek op voetballen, maar ook op barbies en ik heb volop viool gespeeld. Als kind én als tiener. Ik kwam net nog een oefenboekje tegen van toen ik een jaar of vier was.’
Zat het politieke er altijd al in?
‘Ik wilde van alles worden vroeger, van akkerboerin tot kinderrechter, maar achteraf gezien waren er wel al signalen. Als klein kind las ik al de krant en keek ik het journaal. Dat schijnt toch niet zo heel normaal te zijn als je op de basisschool zit. Ook ging ik met iedereen in gesprek, dat doe ik nog steeds. Mijn dochter zegt ook dat overal waar ik kom ik een praatje maak.’
Uw voorganger, Gert-Jan Segers zei dat hij cynisch werd in Den Haag. Bent u al veranderd sinds u daar bent?
‘Ik heb thuis afgesproken dat als ik echt verander, ze een seintje geven. Je verandert allemaal als je ouder wordt, maar cynisch wil ik niet worden. Probeer je niet te ergeren, maar je te verwonderen. Dat heb ik van thuis uit meegekregen.’
Is er dan niets waar u zich aan ergert?
‘Waar ik me echt aan erger is dat er hier in Den Haag eindeloos dingen op papier worden gezet terwijl in de praktijk geen bal gebeurt. De traagheid daarvan frustreert me. Zo is er bijvoorbeeld 5 miljoen geregeld voor de aanpak van mensenhandel, maar er wordt nu al een jaar nagedacht over wat ze met dat geld gaan doen. Ondertussen is er geen slachtoffer opgeknapt.’
Gedrevenheid gaat soms samen met een kort lontje. Heeft u daar ook wel eens last van?
‘Nee. Ik kan wel over mezelf zeggen dat ik geen heethoofd ben. Ik vind het wel belangrijk dat er oplossingen komen en daar kan ik behoorlijk vasthoudend in zijn. Toen ik in Utrecht afscheid nam, hoorde ik wel dat ik duidelijk ben. Als ik het oneens met je ben, zeg ik dat vriendelijk, maar je zult het wel voelen.’
Uw partij steunt Israël in hun strijd tegen Hamas en daarmee ook het grondoffensief. Wat doet dat met uw christelijke hart?
‘Hamas is Israël binnengevallen op een manier die ongekend is. Er zijn mensen ontvoerd, er zijn kinderen vermoord en er is nu zoveel onzekerheid. Ik begrijp Israël heel goed en ik sta pal naast ze in hun strijd tegen Hamas. Ik weet dat mensen bedoeld zijn om te leven en tot bloei te komen, en niet om te haten en te sterven. Toch zal ik naast Israël staan als het gaat om het verdedigen en veilig houden van het eigen land.’
En de slachtoffers die daarbij vallen?
‘De situatie in Gaza gaat mij enorm aan het hart, maar dat kan naast elkaar bestaan. De mensen in Gaza zijn uiteindelijk ook de dupe van Hamas. Wij zijn hier ook niet veilig door deze terroristische groepering. Op het moment dat Hamas de wapens neerlegt en de gijzelaars terugstuurt, ontstaat er een heel ander beeld. Maar we kunnen nu niet van Israël vragen de boel af te wachten.’
Heeft dit conflict iets veranderd aan uw loyaliteit richting Israël?
‘Dit conflict gaat over het bestaan van Israël en mijn loyaliteit daarmee is onveranderd. Ik heb wel kritiek op de regering Netanyahu, maar dat neemt niet weg dat Israël nu op een dieper niveau geraakt wordt. Wel moeten ze zich aan het internationale recht houden. Dus er moet water en voedsel zijn voor de gewone burgers van Gaza en zij moeten op veilige plekken kunnen komen. Dat vraagt ook van Hamas dat zij dit mogelijk maken.’