Naborrelen met Julia Wouters
Door Eveline van Gils
‘Ik heb het liefst een crisis in de ochtend, eentje tijdens de lunch en dan nog eentje na het avondeten.’
Normaal gesproken twijfelen gasten als ze 3 uur voor de uitzending worden gebeld, maar niet politicoloog Julia Wouters. Om 19:15 uur kondigde Pieter Omtzigt dinsdagavond aan dat hij uit de formatiegesprekken stapte; om 19:45 uur kreeg Julia de vraag of ze dat versgebakken nieuws dezelfde avond wilde toelichten. ‘JA. Dat vind ik héél leuk’, was haar reactie.
Julia gedijt bij crisissituaties. Twaalf jaar lang was ze de rechterhand van Lodewijk Asscher. Als zijn politiek adviseur en speechschrijver behaalden ze in Amsterdam successen met de PvdA, maar landelijk werd het een historisch fiasco. Inmiddels heeft ze het politieke centrum verruild voor een positie langs de lijn. Ze schrijft boeken, coacht vrouwen in bestuurlijke of politieke functies en ‘ontspint spins’.
Een week als deze, waarin Den Haag op scherp staat, is een week waarin Julia in haar element is. ’Op zulke dagen wil ik eigenlijk alleen maar op mijn telefoon zitten’, bekent ze. ‘De adrenaline giert door mijn lijf, mijn gedachten racen door mijn hoofd.’
Die onuitputtelijke bron van Binnenhof-energie heeft ook een prijskaartje. Vier dagen na de brief van Omtzigt heeft de vermoeidheid toegeslagen. ‘Ik kan mezelf volledig uitputten.’ Na elke paar zinnen, stopt ze even om een hoestbui onder controle te krijgen. ‘Ik ben grieperig, maar dat komt niet goed uit.’
Slapen staat niet bovenaan de prioriteitenlijst deze week. Na de uitzending dinsdag is Julia dan ook de laatste gast die vertrekt. ‘Pas als de camera’s uitstaan wordt het echt interessant. Dan sta ik nog een uur te praten met Hugo de Jonge in de hoop dat hij wat smeuïgs vertelt. Vervolgens ben ik pas midden in de nacht thuis.’
Beleef je een crisis anders nu je geen onderdeel meer bent van de politiek?
‘Eigenlijk niet. Ik kies altijd beroepen met een hoog adrenalinegehalte. Voor de politiek werkte ik in de journalistiek en ook daar leefde ik helemaal op van groot nieuws. Toen ik zwanger was van de tweede, vroeg mijn zus of het tijd was om rustiger werk te zoeken. Daar heb ik niet eens over getwijfeld.’
Zit er ook een keerzijde aan die adrenalinebehoefte?
Een hoestbui. ‘Het is niet echt gezond. Adrenaline is een soort drugs. Er zit ook een verslavend element aan. Ik verzin nu allerlei smoezen om meer op mijn mobiel te kunnen zitten. Dan zeg ik tegen mijn man dat ik nog iets in de supermarkt moet halen, zodat ik X kan checken. Ik hou ervan om mezelf helemaal scheel te werken. Soms pakt dat goed uit. Zoals tijdens de campagne in Amsterdam in 2010 toen alles de goede kant op viel. Als je dat vergelijkt met de mislukte landelijke verkiezing van 2017, dat was even hard werken, maar dan zonder resultaat.’
Hoe verwerk je zoiets?
‘In die tijd was ik eigenlijk vooral bezig met Lodewijk Asscher. Ik moest ervoor zorgen dat hij de moed erin zou houden. Er was weinig ruimte voor mijn verdriet. Dus het was af en toe even snel in mijn eentje janken en dan weer door.’
Lodewijk Asscher noemt jou ‘akelig goed’. Wat bedoelt hij daarmee?
‘Dat ik ongelofelijk kritisch ben, wat soms intimiderend overkomt. Tijdens mijn sollicitatiegesprek met Lodewijk vroeg ik: kan jij tegen kritiek? Als ik ervoor ga en ik ga van je houden, zal ik kritisch zijn en daar moet je tegen kunnen. Lodewijk had net Rob Oudkerk de kolder in zijn kop zien krijgen door de macht. Daar schrok hij zo van dat hij iemand wilde die hem altijd de waarheid zou zeggen. Dus dat hebben we toen afgesproken en dat heeft goed uitgepakt. Om zo kritisch te kunnen zijn, is er veel onderling vertrouwen nodig. En je moet een goed gevoel voor timing hebben.’
Ging dat ook wel eens mis tussen jou en Lodewijk Asscher?
‘In de periodes dat het minder goed ging, kon Lodewijk kritiek moeilijker verdragen. Dan moest ik er heel secuur op letten hoe ik iets bracht. Even later, toen ik al gestopt was, gaf ik ook nog veel feedback, maar dat werkte totaal niet. Ik was een soort muppet die dan achteraf ging vertellen wat beter had gemoeten. Kritiek geven werkt alleen vanuit een hechte, warme band.’
Zijn er nog genoeg kritische stemmen binnen de PvdA?
‘Jawel. Maar luisteren ze er ook naar? Dat is de vraag.’
Wat voor advies zou je Frans Timmermans willen geven?’
‘Dat hij wat meer van de Frans van de uitslagenavond moet laten zien. Die emotionele Frans, dat is de Frans waar zijn potentiële kiezers van houden. Hij is nu soms wat flets en vlak. Hij wil iets premierwaardigs uitstralen, maar dat haalt niets uit. Ik denk dat Frans minder goed tegen mijn kritiek zou kunnen dan Lodewijk. Maar dat heeft ook met de band te maken. Je moet op elkaar ingespeeld zijn.’
Kan jij zelf goed tegen kritiek?
‘Ik kan meteen filteren of er iets bruikbaars tussen zit. Laatst zei iemand dat ik in De Spindoctors te veel met mijn eigen verhaal bezig ben waardoor ik maar weinig open sta voor interactie met Tijs van den Brink en Raymond Mens. Daar was ik het mee eens. Ik vind het soms moeilijk om het woord af te staan, maar dat kan autistisch overkomen. Ik denk dat het komt doordat ik als vrouw gewend ben te moeten vechten voor mijn spreektijd.’
Op jouw website staat: Julia Wouters – Bewust Authentiek. Wat bedoel je met bewust authentiek?
‘Ik wil dat mensen, en dan vooral vrouwen, hun authenticiteit niet kwijtraken wanneer ze in leiderschapsposities komen. Je wilt niet weten hoeveel tegenstrijdige adviezen je als vrouw krijgt. Steek je haar op, dat staat professioneler, doe je haren los, dan lijk je jonger. Op een gegeven moment weet je niet meer wie je bent.’
Heb je daar zelf ook mee geworsteld?
‘Ja. Ik heb geen filter en kan daardoor tactloos overkomen. Toen ik werkte als televisieredacteur werd dat niet gewaardeerd. Wat je in de Commissie van Rijn leest, herkende ik meteen. Ik ben ook uitgescholden en vernederd, maar ik trok altijd wel mijn mond open. Bij mijn laatste televisie klus, werd het me te veel, ik vertrok met slaande deuren en kreeg een re-integratiecoach toegewezen. ‘Help mij iemand anders te worden zodat ik succesvol word’, zei ik, maar dat wilde hij niet. Hij wilde kijken waar mijn talent wél van toegevoegde waarde was. Zo ben ik in de politiek beland. Een plek waar mijn kritische houding wel gewaardeerd werd.’
Je moest van baan wisselen om tot je recht te komen?
‘Er zijn presentatoren en eindredacteuren die het wel fijn vinden als je eerlijk bent, maar dat zijn uitzonderingen. Als ik met Tijs van den Brink had gewerkt, had ik het vast langer volgehouden. Hij is bijna teleurgesteld als je géén kritiek geeft. Maar het gros van de mediawereld is niet zo.’
Op je site onder het kopje wat mensen over Julia zeggen word je opvallend vaak ‘warm’ genoemd. Eerder zei je: ‘van vrouwen in de politiek wordt verwacht dat ze aardig, empathisch en warm zijn.’ Is ‘warm’ zijn een bewust onauthentieke eigenschap die je hebt aangeleerd om in de politiek succesvol te worden?
‘Nee. Echt niet. Mensen vinden mij ook niet aardig, ze schrikken juist vaak van me. Ze vinden me denk ik warm omdat mijn emoties nogal op de voorgrond aanwezig zijn. Ik huil makkelijk en ben gul in complimenten. Ook ben ik ontzettend loyaal. Mijn beste vriendinnen ken ik al vanaf de basisschool, ik ben 20 jaar samen met mijn man en heb het niet voor niets 12 jaar met Lodewijk volghouden.’
Is het ingewikkeld dat je in een wereld werkt waarin loyaliteit niet zo vanzelfsprekend is?
‘Ja.’ Even is het stil. ‘Dat is ingewikkeld. Ik ben er inmiddels aan gewend, maar makkelijk is het niet. De PvdA is niet bepaald een warme partij en al helemaal geen loyale. Ik heb me jarenlang voor ze ingezet, maar word niet meer gevraagd om mee te denken. Toen ik een paar jaar geleden eindelijk voor een brainstorm werd uitgenodigd, bleek het een verkapte fondsenwerving te zijn. Ik moest 100 euro betalen om mee te mogen doen. Dat kwetste me zo. Waarom ben ik zo loyaal naar een groep mensen die mij links laat liggen? Dat raakt me op een manier die buitenproportioneel is.’
Ben je in dat opzicht niet blij dat je de politiek uit bent?
‘Ik ben heel happy met wat ik nu doe, maar mijn handen jeuken nog wel. Ook omdat ik volgens mij echt van waarde kan zijn voor de partij. Gelukkig coach ik wel nog veel politici.’
Denk je bij Frans Timmermans wel eens: daar had ik moeten staan?
‘Heel soms denk ik dat wel ja. Ik heb mezelf één keer proberen te kandideren voor de kamer, maar dat is mislukt. Als witte Amsterdammer is het moeilijk om hoog op de PvdA-lijst te komen. Maar ik ben ook echt tevreden nu. Ik heb mezelf opnieuw moeten uitvinden toen ik stopte in de politiek, maar heb nu veel moois opgebouwd. Op mijn jaarplan van 2024 staat heel groot vasthouden. Ik ben vorig jaar in alles wat ik doe beter en succesvoller geworden. Ik ben op een plateau beland en ik heb geleerd dat je af en toe best een plateautje mag pakken.’ Julia lacht. ‘Geef me nog een paar jaar en dan ga ik me vast weer vervelen.’
Is er iets onbewust onauthentiek aan jou?
‘Ik begin steeds meer te vrezen dat ik zo’n mediatoontje krijg. Dat je heel gedragen gaat praten, zoals veel mensen doen zodra ze op televisie komen. Dat vind ik zó stom. Praat gewoon normaal. Caroline van der Plas doet dat goed. Zij praat alsof je met je moeder belt.’