Directeur NCTV Pieter-Jaap Aalbersberg: “Ook burgers moeten alert zijn”
De NCTV verhoogt het dreigingsniveau naar 4: het op een na hoogste niveau. Vanwege jihadistische dreiging, een toename van extreemrechts gedachtegoed en online radicalisering staan inlichtings- en opsporingsdiensten vanaf dinsdag extra op scherp. Wat betekent dat voor Nederland? En hoe reëel is de kans op een aanslag? Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Pieter-Jaap Aalbersberg schuift aan bij Op1.
“Sinds 2019 waren we weer teruggezakt naar niveau 3”, vertelt Pieter-Jaap Aalbersberg. Maar dinsdag is het dreigingsniveau in Nederland opgeschroefd van niveau 3 naar niveau 4. Het op een na hoogste niveau. Volgens de NCTV spelen diverse ontwikkelingen een rol, waaronder het gewelddadige conflict in Israël en de Palestijnse gebieden, koranschendingen in Europa, oproepen tot aanslagen door terroristische organisaties, recente terreurdaden in naburige landen en arrestaties van verdachten met jihadistische motieven. Niet alleen het jihadisme vormt een dreiging, maar ook rechts-extremisme en anti-institutioneel extremisme blijven een zorg.
Burgers alert
Wat is er dan veranderd? “Nederland is niet een land dat bij een ander niveau ook echt andere maatregelen gekoppeld heeft. Zoals in andere landen”, legt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid uit. “In Nederland werken wij veel meer informatiegestuurd. Dus op een specifiek moment zet je bepaalde middelen in en wordt er niet, zoals in Frankrijk, centraal aangestuurd.”
Het betekent in Nederland iets voor de inlichtingendiensten in capaciteit en focus. Ook betekent het iets voor de andere veiligheidsdiensten, zoals de politie. Maar ook voor ons. “Dat betekent voor ons allemaal als burgers om alert te zijn. Niet bang zijn, we kunnen overal naar toe. Maar als je iets ziet wat niet klopt, geef dat dan door.”