Andro Vos over zijn strijd tegen de stroperij in Zuid-Afrika
Na jaren gewerkt te hebben bij de Nederlandse Forensische Opsporingsdienst, nam Andro Vos na zijn bezoek aan Zuid-Afrika ontslag. Hij wil nu rangers helpen in hun strijd tegen stropers, door met zijn forensische kennis de stroperij tegen te gaan. Hij was te gast bij Op1.
“Eerst had ik een hele matige belangstelling voor wilde dieren.” Dat veranderde na zijn bezoek aan Zuid-Afrika. Als programmamanager ging Andro naar Kaapstad om op een universiteit een lezing te geven over het forensisch onderzoek in de menselijke misdaad. “Na de lezing kwam er iemand naar me toe met de vraag of ik er wel eens aan heb gedacht om mijn kennis in te zetten in de wildlife crime.”
Tot dat moment had de voormalig medewerker van het NFI daar nog nooit van gehoord. Toen Andro hoorde van cijfers in de wildlife crime, met andere woorden de georganiseerde stroperij, begon het toch de dagen bij hem. “Als ik de cijfers iets actualiseer, gaat er voor 25 tot 30 miljard euro om in wildlife crime. 1.000 rangers zijn vermoord in de strijd tegen stroperij en er worden 350 miljoen dieren per jaar gestroopt.”
Wegkijken geen optie
De komende 25 jaar staan er heel veel dieren op uitsterven. Daarom wil de oprichter van het Wildlife Forensic Academy zo snel mogelijk veranderingen zien. “Wildlife crime is een hele faciliterende vorm van georganiseerde criminaliteit. Ze zijn in staat routes te creëren. Je vermoordt in het Krugerpark een neushoorn en binnen 48 uur is die op een markt in Hanoi. Dat betekent dat er een infrastructuur gecreëerd is langs douaneambtenaren, langs politiemensen, langs luchtvaartmaatschappijen. De politie zet er geen capaciteit op in. Het wordt dus niet gecontroleerd. Drugshandelaren en mensensmokkelaars gebruiken dezelfde route.” Andro Vos vindt dat wegkijken geen optie meer is.