Oekraïne moet oppassen voor overmoed in de Donbas
Sinds de Russische invasie in Oekraïne zijn er al 18 journalisten omgekomen. Toch reist NOS-verslaggever Wessel de Jong binnenkort voor de tweede keer naar het oorlogsgebied om te laten zien wat er daar gebeurt. NOS-collega Sander van Hoorn is juist net terug, beduusd van alles wat hij aantrof. De journalisten schuiven vanavond aan samen met oud-Commandant der Strijdkrachten Peter van Uhm denkt dat Oekraïne moet oppassen voor overmoed in de Donbas.
Al weken lang ligt de stad Marioepol in het zuidoosten van Oekraïne zwaar onder uur door de Russen. De stad is zo zwaar gebombardeerd dat er nauwelijks nog gebouwen rechtop staan, maar na weken belegering lijkt de stad nu te vallen. Een kwestie van tijd volgens Peter van Uhm. “Er komen geen voorraden, voedsel of munitie meer naar Marioepol. Diep respect voor de bevolking daar, maar op een gegeven moment houdt het op. Binnen een paar dagen is het over.”
Te overmoedig
Marioepol lijkt dus te vallen, maar in andere delen van het land boekt het Oekraïense leger succes. Al denkt Peter van Uhm dat Oekraïne moet oppassen voor overmoed in de Donbas na successen rond Kiev. “Als het gaat om werken met de media heb ik altijd maar drie simpele regels. De eerste is dat je altijd alles aan je baas moet melden. Ten tweede praat je op je eigen niveau, een soldaat praat over soldatenzaken en ook ik als Commandant der Strijdkrachten ga niet over politiek praten. De allerbelangrijkste is de derde: wat geheim is moet geheim blijven.”
Volgens de oud-Commandant der Strijdkrachten is het ten strengste verboden om openlijk te laten zien hoe je opereert. Daarmee speel je de tegenstander in de kaart. “Je gaat niet publiek maken hoe je precies te werk gaat. Daar gaat de vijand zich op instellen en laat ik het zachtjes zeggen, ik vind dat niet handig. Je krijgt het terugbetaald als je belangrijke informatie deelt.”
Journalisten
Sinds de Russische invasie in Oekraïne zijn er al 18 journalisten gedood. Extreem veel voor een oorlog die pas anderhalve maand duurt. Toch reizen NOS-collega’s Wessel de Jong en Sander van Hoorn binnenkort weer naar het oorlogsgebied om verslag te doen, iets wat niet makkelijk is. “Wat mensen elkaar kunnen aandoen, blijft je iedere keer verbazen. We hebben met zijn allen afgesproken dat er in de vreselijkheid van oorlog toch nog regels zijn, maar die zijn allemaal overboord”, aldus Sander van Hoorn
Hoe bescherm je jezelf tegen alle verschrikkelijke beelden die je te zien krijgt in het oorlogsgebied? Van Hoorn probeert er zoveel mogelijk met mensen over te praten. “Ik was er niet alleen. Ik was er met de cameraman en de radioverslaggever, dus je hebt het er veel met elkaar over.” Wessel de Jong valt in. Hem lukte het op een gegeven moment niet meer om zijn emoties in toom te houden. “Na het eerste interview met mensen uit Marioepol heb ik wel even een traantje weggepinkt. Het was een jong stel dat met hun kindje op de vlucht was. Ze hebben twee weken in een kelder gezeten. Het was gewoon verschrikkelijk om te horen.”
Wessel de Jong was jarenlang correspondent in Rusland en spreekt de Russische taal. Van zijn liefde voor het land is inmiddels weinig meer over en dat doet hem zeer. ”Wat je nu ziet gebeuren is niet de vernietiging van één land, maar van twee landen. Je ziet ook hoe het oude Rusland verdwijnt en dat doet ongelofelijk veel pijn.”