Kunnen binnenkort vele cold cases worden opgelost?
Het Openbaar Ministerie en het NFI willen particuliere DNA-databanken gaan inzetten om vastgelopen strafzaken op te lossen. In Amerika zorgde de inzet van particuliere databanken voor doorpraten in honderden cold cases. Wat zijn de haken en ogen? We vragen het journalist Bram Endedijk, DNA-deskundige Lex Meulenbroek van het Nederlands Forensisch Instituut en forensisch officier van justitie Mirjam Warnaar.
In de Verenigde Staten is het al jaren een hit: de inzet van particuliere DNA-databanken om oude moordzaken op te lossen. Het Nederlands Forensisch Instituut en het Openbaar Ministerie popelen om deze methode ook in Nederland te gebruiken. “In Amerika heeft het echt een revolutie ontketend in de forensische wereld”, vertelt Bram Endedijk.
Golden State Killer
Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan begon de inzet van particuliere DNA-databanken met de rechtszaak van Joseph James DeAngelo, beter bekend als de Golden State Killer. De voormalig politieman werd veroordeeld voor dertien moorden en 51 verkrachtingen, nadat DNA op het plaatsdelict overeenkwam met DNA op een website voor genealogische data.
“Ze konden hem jarenlang niet vinden. Dan hebben we het over de jaren 70 en 80. Daar hebben ze deze methode ingezet. Daarna volgden er nog honderden andere cold cases. Dat zijn allemaal zaken die soms tien, twintig of dertig jaar op de plank lagen. Waar geen spoor meer was. Waar geen mogelijkheid meer was om de dader te vinden. Deze databanken hebben daar toekomst voor geboden.”
Hoe werkt het?
Volgens DNA-deskundige Lex Meulenbroek kan deze manier kansen bieden voor zaken waar wel DNA bekend is, maar het spoor niet leidt tot het vinden van de dader. “Dit biedt die mogelijkheid wel.” Van het DNA wordt er een speciaal profiel gemaakt. “En dat uploaden we in de databanken die daar toestemming voor geven. Die vergelijken het profiel met de deelnemers die daar toestemming voor hebben gegeven. Vervolgens krijgen wij de matches terug en dan kijken we of deze verwanten traceerbaar zijn en of we via stamboomonderzoek uit kunnen komen bij degene waar we zo lang naar op zoek zijn.”