De teruggehaalde IS-vrouwen staan voor de rechter
Vanaf dinsdag staan twaalf IS-vrouwen voor de rechter op verdenking van terroristische misdrijven. Een van hen wordt ervan verdacht een jezidi-vrouw als slaaf te hebben gebruikt. Journalist Brenda Stoter Boscolo en Wahhab Hassoo van Stichting NL Helpt Jezidis waren bij de zitting en praten ons bij.
De twaalf IS-vrouwen die vorig jaar door Nederland uit Syrië zijn gehaald, staan vanaf dinsdag voor de rechter. Ze worden verdacht van ronselen, deelname aan een terroristische organisatie, en voor het eerst in Nederland wordt een van hen er ook van verdacht een Jezidi-vrouw als slaaf te hebben gebruikt. “Het is een heel belangrijke dag voor de Jezidis”, vertelt Brenda Stoter Boscolo. “In 2014 is de genocide op de Jezidis begonnen. Tot op de dag van vandaag zie je dat er maar een handje vol IS-strijders en hun vrouwen zijn veroordeeld.”
Geen passende straf
Wahhab Hassoo, zelf Jezidi en helpt Jezidis, is nooit voorstander geweest van het terughalen van de IS-vrouwen. “Ze zijn opgehaald en krijgen een milde straf, sommigen tot 2 jaar, en worden erna vrijgelaten”, zegt Wahhab die ook hoort dat de slachtoffers jaloers zijn op de daders. Zij willen ook hier naartoe gehaald worden om hier een leven te kunnen opbouwen. “Aan de ene kant willen we niet dat ze opgehaald worden. Maar aan de andere kant motiveert het ons om samen te werken en de overlevenden te helpen, en hen te helpen om met hun trauma’s te dealen.”
“Voor mij, mijn familie en alle nabestaanden is er geen gepaste straf voor wat deze terroristen hebben aangericht. Ze krijgen een straf van een paar jaar, maar voor ons is het levenslang.”