De Staat schiet tekort in de opvang van vluchtelingen
Dinsdag oordeelde het gerechtshof in Den Haag in hoger beroep dat de Staat tekortschiet in de opvang van vluchtelingen, maar niet op korte termijn tot extra maatregelen verplicht kan worden, want ‘tot het onmogelijke is niemand gehouden’. Wel moeten volgens het hof asielzoekers en vluchtelingen uit Oekraïne gelijk worden behandeld. VVD-Kamerlid Ruben Brekelmans en Frank Candel, bestuursvoorzitter van Vluchtelingenwerk Nederland, vertellen erover bij Op1.
De opvang van vluchtelingen in ons land is echt niet op orde. Maar de overheid moet wel de tijd krijgen om die opvang te verbeteren. Dat oordeelde het Gerechtshof in Den Haag dinsdag. “Ik ben blij dat de rechter de realiteit erkent. Je kunt van de overheid niet het onmogelijke eisen”, vertelt Ruben Brekelmans.
De limieten
“Het is nodig om het op orde te brengen, maar er is geen harde deadline aan vastgesteld”, vervolgt het VVD-Kamerlid zich. “Daarmee zeggen ze dat ze in een crisissituatie als deze ze de ruimte en de flexibiliteit geven, om tijdelijk niet aan die hele hoge normen te voldoen.”
De instroom is te hoog voor Nederland, stelt Brekelmans. “Voor de eerste asielzoeker die naar Nederland komt kan je het organiseren, voor de tienduizendste ook en voor de dertigduizendste ook.” Alleen komen er nu vijftigduizend asielzoekers naar Nederland. “Dan zie je dat er niet genoeg ruimte en personeel is. Het vreemdelingenrecht gaat heel erg uit van de rechten van de individu. Dat begrijp ik ook, maar we lopen tegen de limieten aan van wat we aankunnen.”
Tien maanden geen daglicht
Volgens Frank Candel, bestuursvoorzitter van Vluchtelingenwerk Nederland, zitten er 22.000 asielzoekers in de crisisnoodopvang. “Sommige zijn maar voor twee of drie dagen open.” Dat heeft volgens Candel grote gevolgen. “Ik spreek vluchtelingen die op meer dan 20 locaties hebben gezeten in een paar maanden tijd. Ik spreek mensen die soms al tien maanden in een ruimte zitten zonder daglicht, met een paar honderd mensen bij elkaar.”
