Aaltje van Zweden over kwetsbare kinderen in crisistijden
Wat als je in gevaar was tijdens de Tweede Wereldoorlog en niemand je hielp? Dat is een vraag die bij schrijver Aaltje van Zweden uit het niets opkwam en niet meer losliet. Als moeder van een autistisch kind kwam daarbij de volgende vraag: wat gebeurde er met kwetsbare kinderen in de oorlog? Ze ging op onderzoek uit en schreef er een boek over. Ze schuift aan in Op1 om te vertellen over haar zoektocht.
Aaltje van Zweeden schreef het boek ‘Waar ben je thuis’, over de plek van kwetsbare mensen in de samenleving in tijden van crisis, bijvoorbeeld tijdens de oorlog en coronacrisis. Kwetsbare mensen zoals Benjamin, de zoon van Aaltje en dirigent Jaap van Zweden. Benjamin heeft autisme en een verstandelijke beperking. “Een kind met een beperking dirigeert je leven. Je kan het nog zo goed geregeld hebben, maar ik vergelijk het altijd met een kaartenhuis. Er gaat altijd een kaartje uit, dan gaat de boel wankelen en dan moeten wij er als omgeving zijn.”
Zichtbaar in de samenleving
Aaltje ziet dat mensen met een handicap nog te weinig zichtbaar zijn in de samenleving. “Als je wel samen leeft met mensen met een beperking en je bent daar gewend aan, dan steek je ook eerder je nek uit. Ik geloof in die verbondenheid. Als moeder van een kind met een handicap, weet je diep van binnen dat mijn kind komt achteraan in de rij staat als het erop aankomt. Dat blijkt ook in de coronatijd zo geweest te zijn. Je hoorde weinig over die groep terwijl zij het ontzettend moeilijk hebben gehad.”
SP-Tweede Kamerlid Renske Leijten, die ook aan tafel zat, was eerder zorgwoordvoerder. “Wat mij heel erg trof, is dat ouders van een kinderen die een beperking hebben, altijd zeiden dat ze hopen dat hun kind eerder gaat dan henzelf.” Dat gevoel kwam door onzekerheid. Ouders vroegen zich af of ze de zorg wel konden overdragen aan bijvoorbeeld broers en zussen. “Dat zegt iets over de bescherming die wij als samenleving bieden.”