Naborrelen met Albert Verlinde

Door Eveline van Gils

‘Zo’n euforie heb ik nog nooit meegemaakt.’ Net op het moment dat het voor Albert Verlinde (62) niet meer hoeft, krijgt hij meer erkenning dan ooit. De rockmusical Jesus Christ Superstar, die hij samen met toneelregisseur Ivo ten Hove produceert, is unaniem door alle recensenten de hemel in geprezen.

Met Jeangu Macrooy als Jezus en Lucas Hamming als Judas komt Albert, 15 jaar na het origineel, met een ‘eigentijdse, rauwe versie’. Dinsdag schoof hij met de cast aan bij Op1 om het succes te vieren. Drie dagen bleek de show al volledig uitverkocht.

Zes dagen na de première is Albert Verlinde moe. Heel moe. ‘Ik ga even lekker naar Brabant, de hond uitlaten en niemand zien. Maar weinig mensen weten dat ik een hele rustige, introverte kant heb. Ik kan prima wekenlang alleen zijn.’

Dit jaar zit Albert Verlinde precies 40 jaar in het vak. Toch is het lastig om een stempel te drukken op zijn carrière, laat staan zijn nalatenschap. Want wat is Albert Verlinde? Een blik op het internet leert dat Wikipedia hier net zo verward over is als de gemiddelde Nederlander. Is hij acteur? Entertainmentjournalist? Theaterproducent? VVD-politicus?

Feit is dat het Nederlandse entertainmentlandschap er zonder Albert Verlinde heel anders had uitgezien. Zo stampte hij begin deze eeuw met RTL Boulevard  een totaal nieuw televisiegenre uit de grond, maar ook in de theaterwereld is hij, samen met met Joop van de Ende, al jaren toonaangevend.

Toch heeft hij nog niet eerder zo’n succes ervaren als nu met Jesus Christ Superstar. ‘Vijfsterrenrecensies van alle landelijke kranten, dat is in de 25 jaar dat ik in het vak zit nog nooit voorgekomen’, vertelt hij in de auto onderweg naar Brabant. Deze triomf komt op een interessant moment in zijn carrière. Hij is rustiger geworden, vindt hij zelf. Hij hoeft zich niet meer te bewijzen. Drie jaar geleden bedankte hij John de Mol dan ook voor een nieuw Talpa-contract. ‘Ik blijf een ijdel mannetje, maar ik hoef niet meer zo nodig op de voorgrond.’ Na 20 jaar bijna onafgebroken, dagelijkse televisie, besloot hij zich volledig op het theater te focussen. Met succes. Het regent al dagen vijfsterrenrecensies. ‘Het is wel grappig dat ik dan juist nu, nu het niet meer hoeft, zo’n groot succes boek.’

Je hoeft je niet meer te bewijzen, zeg je, maar betekent dat ook dat iets als recensies je niet meer uitmaken?
‘Absoluut wel. Ik was ontzettend nerveus de afgelopen week. Ik wist dat we met deze musical goud in handen hadden en juist daardoor moest het goed gaan. Ik wilde niet dat we overmoedig werden en het zouden verprutsen. Dat ook serieuze pers ons nu bejubelt, raakt me.

Waarom is de erkenning van serieuze pers zo belangrijk voor je?
‘Musicals krijgen niet altijd de lof die ze verdienen. Ik heb ooit een theatervoorstelling gemaakt over De Kleine Blonde Dood. Die was prachtig, maar werd niet echt opgepikt waardoor veel te weinig mensen het hebben gezien. Dat doet nog steeds pijn. Nu wordt de hele productie wél geprezen. Niet alleen de acteurs of alleen de choreografie, maar alles. Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt.’ Even is hij stil. ’Dit is misschien wel de gelukkigste fase van mijn carrière. Hierna zijn mijn dromen echt even op.’

Vijf jaar geleden verloor je kort na elkaar beide ouders. Je zei destijds dat met hun overlijden ‘de paraplu die je altijd had, waardoor je toch een soort kind blijft, was verdwenen’. Wat merk je daar nu van?
‘In zo’n premièreweek zijn ze constant in mijn hoofd aanwezig. Mijn ouders waren altijd overal bij. Vanaf het allereerste begin, toen ik in piepkleine zaaltjes voorstellingen produceerde, zaten zij in de foyer mensen te tellen. Dat zij er nu niet zijn, voelt zó vreemd. Toch draag ik ze bij me. Mijn vader gaf me bij iedere première een zakdoek, omdat ik nogal ga zweten van de zenuwen. Die zakdoek zat zondag in mijn broekzak. Op de een of andere manier gaf dat me kracht.’

In 1984 studeerde Albert af aan de Kleinkunstacademie in Amsterdam. In datzelfde jaar richtte hij cabaretgroep Boemerang op met Jos Brink en Frank Sanders. Toch heeft Albert een carrière op de planken nooit echt geambieerd. ‘Ik was helemaal niet zo geïnteresseerd in zingen, acteren en dansen.’ De reden dat hij op zijn 18e voor de theateropleiding koos, had meer te maken met een brandende behoefte aan zelfexpressie. Rond zijn 12e ontdekte Albert dat hij homo was. Een geheim dat hij tot zijn 17e met zich meesleepte. In de kleinkunstacademie hoopte hij eindelijk te kunnen laten zien wie hij was. Toch voelde hij zich er uiteindelijk vooral ongelukkig en onzeker, vertelde hij eerder in Adieu God.  

 Waar kwam dat door?
‘Misschien was de overgang te groot van ‘in de kast’ naar ‘totale zelfexpressie’. Ik kwam echt uit de provincie. Ik wist niet hoe ik met mijn lijf, mijn gevoelens en mijn stem moest omgaan. Ik vond mezelf vreselijk lelijk en onhandig. In die opleiding breken ze je af, met het idee dat ze je daarna weer opbouwen, maar dat laatste lukte ze niet.’

 Ben je die onzekerheid van toen ooit helemaal kwijtgeraakt?
‘Vanaf het moment dat ik die school achter me liet, heb ik mijn onzekerheid van me afgeschud. Toen ik daar weg was, werd ik een zekere Albert Verlinde en dat heb ik nooit meer losgelaten. Ik weet nog dat iemand bij het Ballet van Vlaanderen, waar ik toen werkte, zei dat ik mensen het idee gaf dat ze blij mochten zijn dat ze mij in dienst hadden.’

Waar kwam dat zelfvertrouwen vandaan?
‘Dat kleine kleinkunstwereldje van Amsterdam was misschien gewoon niet mijn wereld. Het moment dat ik vertrok, ontstond er lucht en ruimte. De Albert van toen zou zo trots zijn op de Albert van nu. Alles wat ik wilde, is gelukt. Ik heb meer bereikt dan ik ooit van had durven dromen.’

Dit jaar vier je je 40ste verjaardag in de entertainmentindustrie. Hoe is je vak veranderd?
‘Sociale media hebben alles veranderd. Ik maak me daar zorgen over. Creatieve talenten worden in de kiem gesmoord. Mensen houden zich in omdat hun kop er bij de eerste fout afgehakt kan worden. Ik ben bang dat we daardoor iets heel verkeerds met elkaar creëren. Als je niet meer met je kop boven maaiveld mag uitsteken, ligt middelmatigheid op de loer.’

In Op1 vertelde je dinsdagavond dat je het verhaal Jesus Christ Superstar anders ervaart naarmate je ouder wordt. ‘Ik zie nu vooral die woede van waarom ik?’ zei je.  Wat maakt dat juist dat nu beklijft?
Ik heb inmiddels zoveel meegemaakt. Positief én negatief, verdriet én succes. Een bedrijf wat bijna failliet is, een zakenpartner die vertrekt, Anthonie die doodging. Op een gegeven moment denk je: waarom overkomt mij dit? Ik ben op een prachtige positie beland, met veel verantwoordelijkheid, maar kan ik het wel dragen? Ben ik wel de juiste persoon? Waarom doe ik dit allemaal?’

Beantwoord die vraag eens…
‘Ik heb een talent, maar ik heb ook vooral een talent om anderen te laten inzien dat mijn talent er is. Toen ik bijvoorbeeld voor de camera’s wilde werken, heb ik zelf naar RTL opgebeld toen ik in de krant las dat ze bezig waren met een entertainmentmagazine-achtig programma. Ik heb nooit een geheim gemaakt van mijn ambities. Theater, dagelijkse televisie, een eigen bedrijf, ik vond dat ik het kon en daarom moest en zou het allemaal doen. Achteraf gezien heb ik mezelf in die tijd overbelast. Toen ik stopte met televisie, voelde dat zo bevrijdend. Eindelijk hoefde het niet meer van mezelf.’

Waarom hoefde het niet meer?
‘Ik heb heel lang het gevoel gehad dat ik me moest bewijzen. Scoor ik genoeg? Verdien ik genoeg? Verkoop ik genoeg? Dat gevoel ben ik nu kwijt. Ik ben rustiger geworden omdat ik alles al bereikt heb wat ik had willen bereiken.’

Had je achteraf gezien eerder moeten stoppen met televisie?
‘Misschien wel. Jesus Christ Superstar is mede zo goed doordat ik er bovenop kon zitten. Nu ben ik gefocust, maar hiervoor was ik altijd onderweg. In die drukte heb soms ik te weinig oog gehad voor wat er speelde.’

Tekst gaat verder onder video

Om video’s van YouTube te kunnen tonen dienen Sociale Media koppelingen geaccepteerd te worden.

Cookie instellingen

Wat heb je gemist?
‘In 2011 is mijn toenmalige zakenpartner weggekocht door Joop van de ende. Dat was de moeilijkste periode van mijn carrière. Alles ging in een keer mis. Financieel, op werkgebied en toen ging Antonie Kamerling ook nog eens dood. Het waren twee, drie jaren van pure ellende. Als ik toen meer aandacht had gehad voor mijn zakenpartner, was dat misschien nooit gebeurd.’

In de tijd dat je dagelijkse televisie maakte (voor RTL Boulevard en Shownieuws) heb je ook veel BN’ers tegen je in het harnas gejaagd. Is dat ook een van de redenen waarom je achteraf gezien eerder had willen stoppen?
‘Ik word dit jaar 63. Het is inmiddels 9 jaar geleden dat ik met RTL Boulevard ben gestopt. Er is zoveel wat ik toen deed, wat ik nu niet meer zou doen. We maakten iets wat nog niet bestond. We zochten de grenzen op. We waren de spelregels aan het ontdekken, maar de wereld is veranderd. Het zou op die manier nu niet meer kunnen.’

Van de Donald Duck kreeg je zelfs de bijnaam ‘Kwalbert Verlinke’. Hoe verhoud je je nu tot de BN’ers die je in die tijd hebt gekrenkt?
‘Ik durf te zeggen dat ik met bijna iedereen waarmee ik ooit een aanvaring heb gehad, inmiddels een goede band heb. Ik wil niet ingaan op specifieke gevallen, dat levert alleen maar gedoe op, maar ik ga altijd het gesprek aan. Na een relletje laat ik het meestal een week of twee rusten, om vervolgens een kop koffie voor te stellen. Elkaar in de ogen kijken en uitleggen waarom je hebt gezegd wat je hebt gezegd, lost vrijwel alles op. Tegenwoordig kan je niet meer zo lang wachten trouwens. Door social media escaleert het meteen.’

Kijk hier de uitzending met Albert Verlinde terug.

 

 

Vergelijkbare artikelen