“Mark Rutte gelooft niet in een staakt-het-vuren”
Voor en na zijn bezoek aan de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en de Palestijnse president Mahmoud Abbas sprak Mark Rutte in Nederland uitvoerig met vertegenwoordigers van de joodse en Palestijnse gemeenschap en met islamitische en christelijke voorgangers. Wat bespraken de Palestijnse christen Nabil Sahhar, Jelke Morriën van de Respect Foundation, imam Shamier Madhar van het interlevensbeschouwelijk overleg Zoetermeer en ISS-rector Ruard Ganzevoort met Rutte? Ze vertellen het in Op1.
Rutte ontving dinsdag een delegatie Palestijnen op het torentje, nadat hij eerder ook al vertegenwoordigers uit de joodse gemeenschap en religieuze leiders om advies vroeg. En een aantal van hen was bij ons in de studio.
Angst wordt rationeel
Het waren intense weken voor de joodse Jelke Morriën. De directeur van Respect Foundation. De organisatie heeft als doel om de wereld een beetje mooier te maken door met jongeren te werken aan het begrip en de waardering voor zichzelf, anderen en de wereld om hen heen.
“Ik vind het heel ingewikkeld. Ik dacht altijd dat ik met een irrationele angst ben opgegroeid. Nu zie ik het rationeler worden. Ik probeer het te onderdrukken en ondanks alles hoop te hebben.”
Staakt-het-vuren
Voor en na zijn bezoek aan Israël sprak Mark Rutte deze week met vertegenwoordigers van joodse en Palestijnse gemeenschap. Ook de Palestijnse christen Nabil Sahhar sprak met Mark Rutte. “Hij heeft geluisterd en stelde zich ook kwetsbaar op. Hij zei: ‘vertel maar, wat kan ik doen?'”
Nabil Sahhar kreeg te horen dat de rol van Europa erg beperkt is. “De sleutel ligt bij Amerika, vertelde Rutte. Dat wisten we al wel. Europa is een beetje verlamd.” Sahhar ging er niet alleen heen om te praten. Hij wil de demissionaire minister-president ook een boodschap meegeven. “Doe wat.”
Daar kreeg hij een wat teleurstellende reactie op. “Hij gelooft niet in een staakt-het-vuren. Wel noemde hij een aantal andere partijen die wel pleiten voor een staakt-het-vuren. Maar hem hebben we er niet van kunnen overtuigen.”