Kajsa Ollongren over het leveren van F-16’s aan Oekraïne
Nederland gaat als één van de eerste Westerse landen F16’s leveren aan Oekraïne. Defensieminister Kajsa Ollongren kwam gisteren terug uit Oekraïne, waar zij onder meer sprak over de F-16’s met president Zelensky. Dit kabinet is sinds het begin van de oorlog een aanjager van militaire steun, maar blijft die ook in demissionaire tijd (en daarna) gegarandeerd?
Ondertussen woedt de oorlog voort en lijkt er weinig beweging aan het front. Nederland neemt nog steeds het voortouw in de steun aan en wil als een van de eersten F-16’s leveren aan Oekraïne. Maar voordat dat zover is, moet er eerst nog hard gewerkt worden, vertelt demissionair minister Ollongren. “De piloten en de technici moeten alles leren. Die trainingen zijn begonnen en daarnaast moet Oekraïne ook nog hun eigen infrastructuur op orde krijgen.”
Ollongren wil benadrukken dat Nederland al het werk niet alleen doet. “We doen de trainingen in Denemarken en doet het samen met nog een heleboel andere landen. De Verenigde Staten spelen daar een hele belangrijke rol in. Er wordt keihard gewerkt in de hoop dat we zo snel mogelijk toestellen kunnen worden overgedragen, maar dat heeft natuurlijk geen enkele zin als ze het niet kunnen gebruiken”, aldus de minister.
Wanneer gaan de F-16’s richting Oekraïne?
Wanneer de gevechtsvliegtuigen daadwerkelijk worden overgedragen, durft Ollongren nog niet te zeggen. “Het zal zeker volgend jaar pas zijn, omdat de trainingen zes tot acht maanden gaan duren. Dat is dan ook nog eens heel erg snel”, benadrukt de minister. “Wij doen daar veel langer over als we onze eigen piloten opleiden. We hopen dat dit allemaal lukt en we hopen dat we in de loop van volgend jaar ook die F-16’s die kant op kunnen sturen.”