“We hebben alle huisartsen nodig”
Zorgverzekeraars zitten te vaak op de stoel van de hulpverlener en dat leidt tot gekmakende bureaucratie, merken verpleegkundige Jennifer Bergkamp en huisarts Sophie Brühl. Waarom doen ze dat? Hoe kan het anders? Jennifer en Sophie schuiven samen met CDA-Kamerlid Lucille Werner aan bij Op1.
Huisartsen en verpleegkundigen worden er stapelgek van: zorgverzekeraars die op hun stoel gaan zitten en weten wat een patiënt nodig heeft. Huisarts Sophie Brühl vreest daarom voor het bestaan van de huisarts. “Je raakt zo gedemotiveerd door het verlies aan autonomie en het feit dat je zelf niet meer gaat over de zorg, maar dat je afhankelijk bent van mensen die vanuit Exel bedenken wat goed is. Dan verlies je de lol in het werk.”
Verdrietig
Volgens Brühl is dat iets waar huisartsen zich zorgen over maken. “Het gaat ook over de jonge dokters die nadenken over wat ze willen worden. Dit jaar zijn er al plekken op de huisartsenopleiding niet gevuld.” En dat die plekken niet gevuld worden stemt Brühl verdrietig. “Het is echt een mooi vak roepen wij dan altijd als huisarts en we hebben ze allemaal nodig.”
Het probleem zit hem in de zorgkosten, die zijn torenhoog. Brühl: “Mensen met een eigen huisarts leven langer, gebruiken minder zorg en zijn goedkoper. Elke huisarts is nodig en het is belangrijk dat huisartsen zich verbinden met de populatie. Je moet een relatie met een patiënt hebben, dan weet je pas wat iemand echt nodig heeft.”
Bureaucratie
Verpleegkundige Jennifer Bergkamp wordt gek van de bureaucratie in de zorg. “Een vrouw kwam na haar diagnose slokdarmkanker bij mij. Ik moest incontinentiemateriaal voor haar regelen. Dat kan maar zo twee weken duren. We hebben inmiddels allemaal geitenpaadjes en weggetjes waar wij wel ons materiaal kunnen krijgen. We trekken meestal de apotheek leeg met proefpakketjes, maar dat is natuurlijk niet zoals het moet.”