Nederlandse kottervisserij verkeert in zwaar weer
De Nederlandse kottervisserij verkeert in zwaar weer en vissers laten zich massaal uitkopen door de overheid. Is er nog toekomst voor de visserij in Nederland? We praten erover met Jaap Tanis, die onlangs met pijn in zijn hart stopte als visser, en met Durk van Tuinen van de Nederlandse Vissersbond.
De Nederlandse kottervisserij verkeert in zwaar weer: vissers laten zich massaal uitkopen door de overheid, de visafslag in Den Helder is inmiddels compleet gesloten. Visser Jaap Tanis moet met pijn in zijn hart zijn schepen aan wal leggen. Het kabinet probeert vissers te compenseren, maar voor velen komt die regeling veel te laat. “Nu we kijken naar deze vooraankondiging en als we het hebben over de sanering, dan spreken we over de kottervisserij. Dat zijn de schepen die voornamelijk op platvis vissen. Dat zijn de tong, schol, griet en de tarbot.”
Hoge heren
Jaap Tanis voer bijna veertig jaar en is onlangs gestopt. “We hadden een familiebedrijf.” Maar door het dure gas, de regels en de windparken in zee werd het voor hem onmogelijk om door te gaan. “De mensen die nu over de Noordzee praten, hebben alleen natte benen gekregen onder de douche. Van een visserman op klompen, gekleed in oude lompen, kun je meer leren, dan van alle hoge heren.”
Giftige cocktail
Het water staat de Nederlandse kottervisserij aan de lippen. Durk van Tuinen van de Nederlandse vissersbond maakt zich daarover grote zorgen. “Als je ziet waar de kottervisserij mee te maken heeft gekregen, is dat gewoon een giftige cocktail van alle negativiteit. We hebben de Brexit gehad, we zijn de visquota kwijtgeraakt, pulsvisserij zijn we kwijtgeraakt. We moesten terug naar de traditionele vismethodiek. Niet omdat we dat graag wilden, maar dat moesten we. We gingen dubbel zoveel gasolie gebruiken. Als klap op de vuurpijl kwamen er windmolenparken. En op de korte termijn, waardoor je niet meer naar zee kan, is dat die gasolieprijs voor ons verdubbeld is. De grootste kostenpost voor de visserij is de gasolie.”