Thijs Zonneveld: ”Er blijken maar tien profs in de wereld ouder te zijn dan ik”
Midlifecrisis of niet, wielerjournalist Thijs Zonneveld maakt een opmerkelijke comeback. De alweer 42-jarige oud-wielrenner keert dit jaar namens BEAT-cycling terug in het profpeloton. Afgelopen weekend maakte hij al zijn debuut in de strandrace Egmond-Pier-Egmond. Bij Op1 vertelt Zonneveld over zijn rentree en zijn doelen voor komend seizoen.
Gefrustreerd gestopt
Wielerjournalist Thijs Zonneveld was al sinds 2007 met wielerpensioen, maar start toch weer als profwielrenner. ”De laatste jaren dat ik serieus koerste, fietste ik alleen maar met het idee: resultaat, resultaat, resultaat. Als ik eerlijk ben had ik daar niet altijd evenveel plezier in. Ik ben toen eigenlijk best wel gefrustreerd gestopt en heb toen een paar jaar mijn fiets niet aangeraakt.”
Vijftien jaar later, en inmiddels 42 jaar oud, besluit Zonneveld het toch weer te gaan proberen als profrenner. ”Ik schrok deze week, want iemand wees me op een lijstje. Er blijken maar tien profs in de wereld ouder te zijn dan ik.”
Plezier herwonnen
De belangrijkste reden voor Zonneveld om weer tot het profcircuit toe te treden is dat hij de laatste jaren het plezier in de sport teruggevonden heeft. ”Ik heb gezien dat ik het stiekem nog steeds wel ontzettend leuk vind, ook om wedstrijden te rijden op een zo hoog mogelijk niveau.”
”Wat er vooral aan heeft bijgedragen is dat ik Strava heel leuk vond. En strandraces vond ik leuk. Ik ben eigenlijk langzaam maar zeker weer een beetje de sport ingetrokken, ook door veel mee te trainen met jongere renners en rensters. Ik zag allerlei nieuwe invloeden voorbij komen, waarvan ik dacht dat dat eigenlijk ook wel heel interessant is. Voordat ik het wist was ik weer steeds serieuzer aan het koersen.”
Gravelracen
Waar Zonneveld in het eerste gedeelte van zijn carrière vooral races op de weg reed, gaat hij zich nu vooral focussen op strand- en gravelraces. ”Wat je de afgelopen paar jaar ziet is dat je een hele nieuwe wielerdiscipline hebt: gravelracen. Dat komt een beetje overwaaien uit Amerika. Het lijkt ook een beetje op het heroïsche wielrennen van honderd jaar geleden. Helemaal onder het vuil en door bospaadjes.”