Hoe staat het nu met de twee miljard waterschade in Limburg?
Huizen werden verwoest, burgers geëvacueerd en winkels en horeca moesten maanden dicht. Precies een jaar geleden stond een deel van Limburg door noodweer volledig onder water. Hoe staat het een jaar later met de schade van bijna 2 miljard? Burgemeester van Valkenburg Daan Prevoo, dijkgraaf Patrick van der Broeck en slachtoffers Corriene en Paul Reessink schuiven aan.
Precies een jaar geleden stond een deel van Limburg door noodweer volledig onder water. Hoe staat het nu met de schade? “De verzekeraars hebben het grootste deel van de particuliere schade vergoed, daartoe waren ze niet verplicht. Maar er blijft een groot bedrag over. Daar heeft het Rijk de wet tegemoetkoming schade bij rampen voor opgericht. Daar zit een fors bedrag in die kas. Dat is bestemd voor datgene wat nog niet vergoed is. Maar er zijn heel veel schades die nog niet afgewikkeld zijn”, vertelt Daan Prevoo.
“Mensen kunnen hier niks aan doen. Niemand had dit kunnen voorspellen”, vervolgt de burgemeester van Valkenburg zich. “Als je als Rijk mensen wil helpen, vergoed dan gewoon honderd procent. Mensen zijn slachtoffer in iets waar ze geen enkel aandeel in hebben gehad. Ik ben toch teleurgesteld in de Kamerbrief van de minister die zegt dat het te complex en te lastig is om al die schade in kaart te brengen, en dan met de echte bedragen te komen.”
Eerlijke verhaal
“De afgelopen decennia zijn we blijven bouwen in Nederland. Alles kon hier. Als je kijkt naar de afgelopen zeventig, tachtig jaar wat hier allemaal gebouwd is. We hebben ons niet gerealiseerd dat er ook nog zoiets is als water”, vertelt Patrick van der Broeck. “Er zal een veelheid van maatregelen getroffen moeten worden.” Volgens de dijkgraaf zijn ze nog jaren bezig met de herstelwerkzaamheden. “Dat is ook het eerlijke verhaal. Voordat dit opgelost, afgerond en plannen gemaakt hebben en dat uitgevoerd hebben zijn we tien tot vijftien jaar verder.”
Een ramp
Slachtoffers van de overstromingen in Limburg Corriene en Paul Reesink kregen het zwaar voor de kiezen. Een jaar na dato wonen ze nog steeds niet in hun eigen huis. “Het is een ramp.” Het water in hun huis staat 180 cm hoog. Toen het water weg was troffen ze modder en een stanklucht aan. “Overal zit het nog tussen. Tussen de ramen. Als je een spuit op de vensterbank zet, komt eerst er eerst de zwarte modder af.”