100 jaar voetbal op de radio
Het is honderd jaar geleden dat voetbal voor het eerst via de radio de huiskamers in kwam. Wat zijn de meest memorabele momenten? En wat is het geheim van een goede voetbalcommentator? We praten erover met commentatoren Evert ten Napel, Suse van Kleef en Arman Avsaroglu.
Je ziet ze niet, maar voor de fervente radioluisteraar kunnen ze aanvoelen als hun beste vriend: radiocommentatoren. Deze week is het precies honderd jaar geleden dat Nederland voor het eerst voetbal op de radio kon horen.
Mooiste voetbalcommentaar
100 jaar aan radiocommentaar. Het heeft talloze prachtige moment opgeleverd, maar voor Arman Avsaroglu springt er een moment tussenuit. De Champions League finale van 1995: Ajax wint van AC Milan en de commentatoren gaan helemaal los. “Ik snap het wel. Het is zo’n historisch moment en de emotie die op zo’n moment naar boven komt, is denk ik de reden dat dit fragment nog zoveel geluisterd en gewaardeerd wordt. Als Arno tegen mij zegt dat ik minder enthousiast moet zijn, herinner is hem altijd even hier aan.”
Evert ten Napel is het niet helemaal eens met zijn jongere collega. “Dit gaat te ver, vind ik. Je moet verstaanbaar blijven. Ik ben nog van de oude school: voor in de mond spreken en duidelijk articuleren. Hier is de verslaggever niet meer te verstaan.”
Het worden van voetbalcommentator is voor veel jongens, en inmiddels ook meisjes, een kinderdroom. Maar hoe kom je daadwerkelijk ook achter de microfoon terecht? Suse van Kleef, Arman Avsaroglu en Evert ten Napel vertellen alle drie hoe ze voor het eerst met het commentatorschap in aanraking zijn gekomen. “Mijn vader vertelde toen ik een jaar of 11/12 was dat ik voetbal ook op de radio kon luisteren. Die ging aan op zondagmiddag en ik was verkocht”, vertelt Arman Avsaroglu.