Rob Jetten wil gewoon doorgaan met het uitvoeren van zijn beleid
Als het aan de kiezer ligt wordt klimaat en stikstof controversieel verklaard, maar klimaatminister Rob Jetten vindt dat er geen tijd te verliezen is en wil gewoon doorgaan met het uitvoeren van zijn beleid. In Op1 vertelt de minister welke plannen het meeste haast hebben.
Klimaatminister Rob Jetten moest gelijk vol aan de bak en dat is lastig want als lijsttrekker van D66 wil hij meer dan hij wellicht als minister mag. Een meerderheid van de kiezers zegt: wacht met ingrijpende
klimaatplannen tot er een nieuw kabinet is, maar minister Rob Jetten heeft haast bij klimaat. “Het zijn natuurlijk grote thema’s. Ik snap dat mensen zich afvragen waarom er naar hen als burger wordt gekeken, terwijl bedrijven kunnen blijven vervuilen”, begint de minster.
Dat zorgt er volgens Jetten voor dat mensen zich afvragen of het klimaatbeleid wel rechtvaardig is en of het daadwerkelijk iets oplevert. “De Kamer heeft gezegd dat ze doorgaan met het klimaatbeleid. Dat zorgt ervoor dat ik als klimaatminister gewoon de debatten met de Kamer aan kan gaan over het klimaatbeleid. Als ik voorstellen doe en de Kamer wil iets anders, kunnen we het daarover hebben. Wij zijn misschien demissionair, maar de Kamerleden zijn gewoon volop aan het werk”, zegt de minister.
Hoe helpt dit de Nederlander?
Tegelijkertijd wil de kiezer liever dat er even gewacht wordt met het klimaatbeleid. Volgens Thomas van Groningen komt dat omdat Jetten een enorme pot met geld tot zijn beschikking heeft. “De kiezer denkt misschien dat het geld beter te besteden is bij andere onderwerpen”, aldus de politiek verslaggever.
Jetten begrijpt die gedachte, maar denkt dat ook geld dat beschikbaar is voor klimaat, Nederlanders kan helpen in de portemonnee. “We moeten zorgen dat het ten dienste staat van Nederlanders. Meer geld voor het isoleren van huizen betekent bijvoorbeeld tientallen euro’s minder op je energierekening. Geld investering in de verduurzaming van industrie betekent werkgelegenheid. Dat helpt in de koopkracht en uiteindelijk in de portemonnee. Dat zullen we laten zien”, besluit de klimaatminister.
