“We mochten alles vragen, maar niet hoeveel mensen ze had omgebracht”
Bijna iedereen kent het verhaal van verzetsheldin Hannie Schaft wel, toch weten maar weinigen dat ze nauw samenwerkte met de twee jonge zussen Truus en Freddie Oversteegen. Over hoe zij hooggeplaatste nazi-officieren doodden en Joodse kinderen hielpen onderduiken vertelt Sophie Poldermans, die er een boek over schreef, vanavond in Op1 samen met Hannie Menger, de dochter van Truus.
Nog maar tienermeisjes, toen de oorlog uitbrak: Truus en Freddie Oversteegen. Samen pleegden ze meerdere aanslagen op SS’ers en verraders. Hannie Menger, de dochter van Truus, mocht van haar moeder alles weten, behalve hoeveel mensen ze had omgebracht. “Een kind op school zei op een gegeven moment: ‘je moeder is een moordenaar’. Dan kom je thuis en vraag je aan je moeder wat dat voor verhaal is. Dan vertelde ze hoe het zat, maar ik mocht niet vragen hoeveel mensen ze had omgebracht. Dat was not done. Echt het enige waar ze niet over wilde praten.”
‘Moffenmeiden’
De jonge vrouwen, Truus en Freddie, gingen sluw te werk in hun tijd. Ze verleidden bijvoorbeeld nazi’s en namen ze daarna mee het bos in. “Dat was een van de tactieken van de Haarlemse tak van verzet waar ze onder vielen”, vertelt schrijfster Sophie Poldermans. “Ze werden als ‘moffenmeiden’ opgedirkt met hele dikke make-up, ze gingen naar een bar, verleidden daar hoge Duitse officieren en lokten die naar het Haarlemse Hout, zodat een van de mannelijke verzetsstrijders ze daar een kogel kon geven. Later leerden de vrouwen ook zelf schieten en liquideren.”