Michael van Praag is het wangedrag in de Nederlandse stadions zat
Of het nu op de tribunes is of op het veld: de gemoederen lopen hoog op in de voetbalstadions. De afgelopen weken werden meerdere wedstrijden ontsierd door biergooiers, kwetsende spreekkoren of opstootjes tussen spelers. Voorzitter van de veiligheidscommissie van de UEFA, Michael van Praag, is het wangedrag in de Nederlandse stadions zat.
“De zwakste schakel is het stadionverbod”, begint Van Praag. Volgens de UEFA-voorzitter is het hoog tijd dat er harder wordt ingegrepen. “Je kunt bijna vrijelijk vuurwerk mee het stadion in nemen. Soms is er iemand die je controleert, maar dat is allang niet meer 100 procent en het is ook niet 100 procent te controleren.”
Engelse model
Van Praag pleit, net als de UEFA, voor het Engelse model. “In 2000 dreigenden de Engelse clubs en het nationale team verbannen te worden uit het Europees voetbal. Toen sprak Margaret Tatcher de historische woorden: ‘Over my death body‘. Op dat moment heeft ze de uitsluitwet ingevoerd. Daarin staat precies omschreven wat wel of niet mag: Het meenemen van vuurwerk is een strafrechtelijk vergrijp, het gooien van dingen is een strafrechtelijk vergrijp en het veld betreden is een strafrechtelijk vergrijp. Als je zoiets doet, word je daarvoor veroordeeld.”
Gevangenisstraf
Dat betekent in de praktijk dat iemand die de uitsluitwet overtreedt voor de rechter moet verschijnen. “Als iemand gesnapt wordt met deze dingen, wordt diegene door een steward het stadion uit begeleid en overgedragen aan de politie. Dan sta je diezelfde week nog voor de rechter. Die rechter geeft een stadionverbod met een omgevingsverbod. Dat is te handhaven en als je dat overtreedt, ga je gewoon de gevangenis in”, besluit Van Praag.
