Groot risico op voedseltekorten bij de voedselbank
Een speciale Op1 live vanuit de voedselbank in Deventer over het snel stijgend aantal Nederlanders dat financieel niet meer rondkomt. Hoe kan het dat er in Nederland 120.000 mensen per week naar de voedselbank moeten? En wat kunnen we er aan doen? We praten erover met minister voor Armoedebeleid Carola Schouten, met voorzitter Voedselbanken Nederland Leo Wijnbelt, met wethouders Esmah Lahlah en Peter Heijkoop, met vrijwilligers bij de voedselbank en met mensen die afhankelijk zijn van de voedselbank.
120.000 mensen halen er wekelijks hun boodschappen. Zo ook de 26-jarige Tim. Sinds januari gaat hij naar de voedselbank. Aanvankelijk was de drempel om te gaan hoog. “Ik heb uiteindelijk besloten dat dit meer rust en ruimte zou geven.”
Door zijn financiële situatie kon hij niet gezond en goed eten. Een hulpverlener tipte hem om naar de voedselbank te gaan. “Ik dacht eerst: ‘dat gaat niet gebeuren’. Ik wil het graag zelf doen. Zelf mijn eigen boontjes doppen.” Schaamte speelt bij velen, zo ook bij Tim, een grote rol. “Ik wil gewoon zelf mijn dingen doen. Zelf mijn eten kunnen kopen en zaken regelen. Maar dat kan niet.”
Gebrek aan voedsel op korte termijn
Op dit moment hebben de voedselbanken genoeg eten, vertelt voorzitter Voedselbanken Nederland Leo Wijnbelt. “Dat komt door een aantal incidentele donaties van het bedrijfsleven en de rijksoverheid.” Maar inmiddels piept het kraakt het bij de voedselbanken. “Alles wat vroeger naar ons kwam, wordt nu met korting in de supermarkten verkocht.”
De toevoer van voedsel daalt, wat op dit moment bijgevuld wordt door donaties. Maar voor hoe lang gaat dit goed is de vraag. “Ik voorspel dat we tussen nu en anderhalf jaar een situatie zullen krijgen dat de voedselbanken te weinig eten zullen hebben.”
We zijn veel meer afhankelijk geworden van distributiecentra, concludeert vrijwilliger Bram Snel. “Als je een aantal centra in de stad hebt, dan mag je jezelf gelukkig prijzen. Dan kan je daar grote hoeveelheden ophalen.” Snel ziet dat als je het moet hebben van de supermarkten in je buurt, je meer en meer met tekorten te maken krijgt.
Te veel regels
De hulp aan mensen op het bestaansminimum wordt de laatste jaren steeds ingewikkelder. Het wemelt van de wettelijke procedures en regeltjes. “Gemiddeld treffen de mensen 23 regels”, vertelt wethouder Bestaanszekerheid, Kansengelijkheid & Talentontwikkeling in Tilburg Esmah Lahlah. “Het armoedebeleid bestaat vaak uit een aantal regelingen om te zorgen dat de inwoners mee kunnen doen. Het is vooral gericht op het dempen van de gevolgen van armoede.”
“Wij vinden dat we als overheid vooral naast de inwoners moeten gaan staan en kijken naar wat de oorzaken zijn. Of we drempels kunnen wegnemen.” Het helpen wordt volgens Lahlah moeilijk, omdat het bestaansminimum te laag is. “Ze komen niet meer rond.”
“Ook wij als lokale overheid zijn bezig met incidentele pleisters te plakken, terwijl dat eigenlijk landelijk structureel aangepakt moet worden. Kom met een fundamentele aanpak, zodat er niet meer gebruik gemaakt hoeft te worden van honderden regelingen. Dan kunnen wij als lokale overheid de stap zetten om echt te investeren in de inwoners.”