Siebe Sietsma zag dat stad ter grootte van Utrecht compleet weggevaagd is
Vandaag komt Nederland in actie voor de slachtoffers van de aardbeving in Turkije en Syrië. Nieuwsuur-verslaggever Siebe Sietsma is net terug uit het rampgebied en zag dat hulp op locatie nog maar moeilijk op gang komt. In Op1 vertelt hij over de schrijnende situaties die hij aantrof en waarom hulp hard nodig is.
”Ik trof daar totale verwoesting aan. Ik was in de stad Antakya. Dat is een stad van 400.000 inwoners, iets groter dan Utrecht. Ik heb daar geen bewoonbare huizen of gebouwen meer gezien. Dat was gewoon weg. Die stad bestond al een poosje, zo’n 2500 jaar geloof ik. En die is nu van de kaart geveegd.”
Sietsma volgde een Nederlands reddingsteam in het rampgebied. ”Het is een hele dubbele opdracht die ze hebben. Aan de ene kant zijn ze mensenlevens aan het redden, aan de andere kant moeten ze toch met slecht nieuws komen. Dat ze er niemand meer kunnen redden en dat ze door moeten. Voor mensen die bij hun huis bivakkeren in de hoop dat de nabestaanden nog gered worden betekent dat ook dat het laatste beetje hoop verdwijnt.”
Erdogan
De verslaggever van Nieuwsuur merkte dat er een enorme boosheid heerst bij de Turken in het rampgebied. ”Ze gebruiken niet de naam van Erdogan, en dat is heel bewust. Ze zijn woest op hem. Maar de mensen willen gewoon niet over Erdogan praten omdat ze bang zijn dat ze daar last van gaan krijgen. Die mensen zijn denk ik met heel goede reden terughoudend.”
