Ruben Oppenheimer vreest voor paniekreacties bij hoofdredacties
Het publieke debat stimuleren; dat is het dagelijkse doel van politiek cartoonist Ruben Oppenheimer. Deze missie levert hem in toenemende mate bedreigingen op. Toch zet Oppenheimer zijn strijd voor de vrijheid van meningsuiting voort.
Sinds Ruben Oppenheimer in 2016 een cartoon van de Turkse president Erdogan maakte, ontvangt hij steevast bedreigingen. Toch blijft hij doorgaan met tekenen, maar dat wordt hem door angstige hoofdredacties niet altijd makkelijk gemaakt. “Ik ben bang dat hoofdredacties de oren laten hangen naar wat er op social media gebeurt”, aldus de cartoonist.
Volgens Oppenheimer is wat er op social media gebeurt een compleet eigen wereld waar hoofdredacties van kranten door worden beïnvloed. Een paar weken geleden zag Oppenheimer het nog gebeuren bij De Volkskrant. “Mijn collega Jos Collignon maakte een paar weken geleden een tekening over Marokko op het WK. Vervolgens ontstaat er een ‘shitstorm’ op Twitter en die gaat een eigen leven leiden. Toen is de krant niet achter de tekenaar gaan staan, maar hebben ze de tekening van de site gehaald.”
Verschil met vroeger
Het verschil met vroeger is groot, vindt Oppenheimer. “Hoofdredacties hoeven niet meer te wachten op boze brieven. Eén brief staat misschien voor honderd boze lezers, dus kreeg je een keer tien brieven dan wist je dat je wat teweeg had gebracht. Nu staat, nog voor dat de krant op de mat valt, de tekening al op Twitter en dan is er een groep die gelijk hun gekwetstheid wil laten merken. Dat kan een mooie uitlaatklep zijn, maar het is zo direct en het heeft een impact op een hoofdredactie. Dat zorgt er soms voor dat er een paniekreactie ontstaat.”
