Geen richtlijnen tegen grensoverschrijdend gedrag bij het NOC*NSF, maar een normenkader
Het aantal meldingen van grensoverschrijdend gedrag in de sport is het afgelopen jaar explosief gestegen. Vooral in de topsport is de discussie gaande: wanneer is iets coachen en wanneer ga je over de grens? We bespreken het in Op1 met directeur topsport NOC*NSF André Cats en turncoach Nico Zijp. Voormalig tophockeyer Minke Booij schuift aan over hoe je topsport gezond houdt.
Records verbreken en altijd willen winnen. Het zit misschien wel in het topsporters-DNA. En ook in dat van de coaches. Maar wanneer wordt fanatiek coachen grensoverschrijdend en niet grensverleggend? “We noemen het een normenkader”, vertelt André Cats over de richtlijnen tegen grensoverschrijdend gedrag in de sport. Want de aanpak kan per sport verschillen. “Binnen de bonden binnen het NOC*NSF zijn we daar heel hard mee bezig. In mei gaan we die vaststellen en vanaf dan ook met elkaar hanteren.”
In gesprek
“In het normenkader komt niet te staan hoeveel decibel geluid een coach mag produceren als hij een instructie geeft of een lijstje met woorden die niet gebruikt mogen worden.” Maar wat dan wel? “We zijn in gesprek met sporters en coaches of we een aantal richtlijnen met elkaar kunnen bedenken, waar we ons aan gaan houden. En waar we elkaar aan kunnen houden, want daar gaat het uiteindelijk om.”
Hockeyers
Ex-hockeyer Minke Booij vraagt zich af of strenge richtlijnen tegen grensoverschrijdend gedrag in de sport wel genoeg zijn. “Het systeem eromheen moet goed functioneren. Dat is denk ik ook wat bij de hockeysters op allerlei niveaus niet goed is gegaan. Daar is veel te veel gekeken naar dat ze toch wel winnen, dus dan is het goed.”