”Ik hoop niet dat ik op mijn 80ste nog ‘Vlieg met me mee naar de regenboog’ zing”
Als ’60 jaar jonge god met artrose’ gaat Paul de Leeuw de theaters in. Hij overziet zijn leven met de nodige humor zoals we van hem gewend zijn, met nummers die hij nog nooit eerder live zong en met oude liedjes, die inmiddels misschien wel een heel andere betekenis hebben. Over zijn voorstelling ’60? We zien wel…’ vertelt De Leeuw bij Op1.
Paul de Leeuw is 60 jaar geworden, hij maakt de balans op in z’n nieuwe theatervoorstelling: ‘60? We zien wel…’. ”Ik heb een ontzettend goede carrière gehad. Daar gaat het programma ook over. Het grootste gedeelte van je werkzame leven heb je natuurlijk gehad. Ik hoop niet dat ik op mijn tachtigste nog ‘Vlieg met me mee naar de regenboog’ zing. Dan hoop ik echt dat ze me in m’n knieën schieten. Dat is dan voorbij. Maar ik kijk met heel veel trots terug op een geweldige carrière.”
Van alles een beetje
De vader van Paul de Leeuw, die twee jaar geleden overleed, komt ook voorbij in zijn voorstelling. ”Mijn vader heeft wel eens tegen mijn kinderen gezegd: probeer de lat hoog te leggen, en niet zoals je vader, van alles een beetje. Dan had hij het over mij. Er zit ook een kern van waarheid in. Want ik speel toneel, ik amuseer, ik zing. Maar ik ben nergens een uitblinker in en dat loopt als een rode draad door de voorstelling. Ik vind dat niet, maar het is gewoon een beetje gechargeerd. Het maakt het wel spannend in de zaal. Alles is geijkt op, wat heb ik nou bereikt, en wat zou ik nog willen in de laatste periode van mijn leven.”