NASA publiceert spectaculaire ruimtefoto’s
De Amerikaanse president Joe Biden heeft voor het eerst een kleurenfoto die de nieuwe James Webb-telescoop van de ruimte heeft gemaakt naar buiten gebracht. De nieuwe telescoop laat volgens NASA duizenden sterrenstelsels zien waarmee je maar liefst 13 miljard jaar terug in de tijd kunt kijken. Hoe dat mogelijk is, bespreken we met sterrenkundigen Vincent Icke en Ewine van Dishoeck.
“Het was echt een historisch moment”, zegt sterrenkundige Ewine van Dishoeck over de nieuwe, spectaculaire foto’s die NASA van het heelal naar buiten heeft gebracht. De nieuwe James Webb-telescoop zorgt ervoor dat we 13 miljard jaar terug de tijd in kunnen kijken. “Ik was 25 jaar betrokken bij dat project, maar eigenlijk had ik tot voor kort geen enkel beeld gezien. Het werd goed geheim gehouden. Dan kijk je ernaar en denk je: aah het is allemaal goed gegaan.”
Ruimte is krom
Ook professor Vincent Icke is onder de indruk van de nieuwe foto’s, waarop je volgens hem goed de kromming van de ruimte kunt zien. “Je ziet komma-achtige sliertjes op de foto. Die dingen hebben niet die vorm, dat lijkt zo omdat de sterrenstelsels op de foto de ruimte krommen.” Icke benadrukt dat het heel bijzonder wat je op deze foto kunt zien. “Die kromme ruimte zie je dus nu. Je denkt ruimte is rechttoe rechtaan, maar dat is niet zo: ruimte is krom. Omdat de ruimte rondom bijvoorbeeld de zon krom is, zijn planeetbanen gekromd, omdat de ruimte op de foto krom is, zijn de paden van het licht gekromd. Daarom zie je al die gekke sliertjes. Echt fantastisch.”
Waar komen we vandaan?
De vraag der vragen blijft natuurlijk waar we vandaan komen. Hoe is het heelal ontstaan? Gaan deze foto’s ons helpen om daar meer over te weten te komen? “Als we meer planeten en details over ander planeten in beeld krijgen, dan wel”, zegt Vincent Icke. Al gaat het bij deze plaatjes alleen maar om een momentopname. “Als astrofysicus wil je ook de tijd in beeld hebben. Hoe wordt het en hoe is het geweest? Ik weet zeker dat diverse collega’s echt heel veel meer te weten zullen komen over onze wordingsgeschiedenis.”