Ronald Prins: “Er wordt vaak gezegd dat ongeveer een derde van de Russische diplomaten inlichtingenpersoneel is”
Nederland heeft zeventien Russische spionnen het land uitgezet. Volgens minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra zijn de Russen hier onder een diplomatieke dekmantel aan het werk, maar vormen ze een gevaar voor de veiligheid. Inlichtingenexpert Ronald Prins vertelt bij Op1 hoe de Russische spionnen hier te werk gaan. Politiek verslaggever Thomas van Groningen had Hoekstra vanmiddag voor zijn camera en weet hoe het nieuws in Den Haag is geland.
Tegenreactie?
De Russische ‘diplomaten’ krijgen veertien dagen de tijd om Nederland te verlaten. De vraag is nu wat de reactie van Rusland hierop gaat zijn en hoe Nederland daarop anticipeert. Politiek verslaggever Thomas van Groningen vroeg minister Hoekstra hiernaar. Die hield zich daarover op de vlakte. ”Je ziet in de diplomatie vaak dat op het moment dat er mensen worden uitgewezen, dat tot een tegenreactie leidt. Maar dat is verder aan Rusland.”
Een derde spion
Volgens inlichtingenexpert Ronald Prins wordt over Russische ambassades vaak gezegd dat ongeveer een derde van de diplomaten inlichtingenpersoneel is. Er zijn 75 Russen als diplomaat geregisseerd op de ambassade in Nederland. ”Er zijn er nu 17 uitgehaald, dus misschien zitten er nog een paar die nog steeds doorgaan. Ze kunnen van alles zijn. Bijvoorbeeld cultureel attaché. Dan zie je eigenlijk dat ze nooit naar een voorstelling gaan, maar dat staat wel op hun visitekaartje. Dat is de manier hoe inlichtingendiensten werken.”
Spanning
Prins noemt twee redenen waarom de Russen juist nu uitgezet worden. ”Het is slecht te verkopen dat we Rusland maar zijn ding laten doen gezien de discussie die we met elkaar hebben of de oorlog waar we in zitten. Het tweede is dat die mensen eerst bezig waren met nanotechnologie, maar dat is misschien minder relevant nu. Er zijn andere dingen die ze willen weten en daar gaan ze bovenop zitten. Gezien dat de spanning tussen het westen en Rusland weer groter is moet je er extra voorzichtig in zijn.”