Sinan Can, Abdul Ahmadzai en Anne-Marie Snels over de oprukkende Taliban in Afghanistan
Sinds de Amerikanen en de NAVO hun troepen terugtrokken uit Afghanistan, rukt de Taliban weer op in het land. Tientallen Afghaanse tolken, beveiligers, koks en chauffeurs die voor de Nederlandse missie gewerkt hebben, worden door de Taliban als landverrader gezien en vrezen daarom voor hun leven. Waarom haalt Nederland ze niet op? En hoe ziet de toekomst van dit land eruit zonder de aanwezigheid van Westerse troepen? Dat bespreken we bij Op1 met programmamaker Sinan Can, oud-voorzitter van militaire vakbond AFMP Anne-Marie Snels en voormalig Afghaanse tolk Abdul Ahmadzai.
Anne-Marie Snels schetst bij Op1 hoeveel gevaar de tolken die Nederlandse militairen hielpen nu lopen. “Zij waren de oren en ogen van onze militairen. De Europese spelregels zijn dat deze tolken naar Nederland gehaald zouden moeten worden. Wij zijn erachter gekomen dat de Kamer dit heeft beloofd, maar niet waargemaakt. Daarom ben ik naar de publiciteit gestapt. Ik begrijp niet dat wij de taak van de overheid moeten overnemen om deze tolken te helpen.”
Weggaan zonder plan
Een paar maanden geleden, toen de Amerikanen begonnen terug te trekken uit Afghanistan, was Sinan Can in het land. “Mensen voelden aan alles dat het vanaf dat moment niet goed zou gaan. De media kunnen zeggen dat de Taliban nu terug is, maar de Taliban was er al die tijd gewoon nog. Ze zaten overal. Het is gewoon heel verdrietig om te zien dat we met de NAVO zonder plan naar een land gaan en vervolgens ook zonder plan weer weggaan. Het was niet veilig en het is nog steeds niet veilig.”
Belangrijk en dus gevaarlijk
Abdul Ahmadzai was actief als tolk in Afghanistan. Voor hij met dit werk begon, wist hij nog niet hoe gevaarlijk het zou worden. “Mensen in Nederland denken dat een tolk gewoon een tolk is, maar tolken lopen soms zelfs meer gevaar dan militairen. Wij droegen ook een wapen bij ons en onze rol in de oorlog was heel belangrijk. Voor de Taliban waren tolken daarom ook veel belangrijker en dus gevaarlijker. Daarnaast is het in Afghanistan heel moeilijk om te weten wie voor de Taliban werkt of zelfs spioneert.” Abdul verloor zijn broer door het werk in Afghanistan. “Mijn broer is vermoord omdat ze dachten dat ik het was. Hij had mijn auto mee en ze wisten het kenteken. Dit hebben heel veel tolken in Afghanistan meegemaakt.”
Geen vrijwillige vlucht
Abdul maakt bij Op1 duidelijk dat hij niet vrijwillig zijn land heeft verlaten. “Ik ben niet hier in Nederland om geluk te zoeken, want ik was in Afghanistan ook gelukkig. Ik had een goed salaris en een goed leven. Mijn zoon was zeven jaar toen ik weg moest en ik ben vijf jaar weggeweest van mijn vrouw en kinderen, dus Afghanistan heb ik nooit verlaten omdat ik dat wilde. Niemand verlaat zijn land zonder reden.”