Abdelkader Benali trok zich terug van 4 mei-lezing door oude opmerking over Joden: “een slechte grap”
Over een maand zou Abdelkader Benali de prestigieuze 4 mei-lezing hebben uitgesproken, maar hij trok zich terug nadat er grote kritiek ontstond over uitspraken die hij vijftien jaar geleden deed over Joden. Nu publiceert hij alsnog zijn lezing onder de titel ‘De stilte van de ander’, en blikt hij terug op de veelbewogen afgelopen maanden waarin hij zich gecanceld voelde.
Benali zou als eerste Marokkaan de 4 mei-lezing geven. Hij weet niet precies waarom hij uitgenodigd werd maar denkt dat het wel iets te maken had met de toespraak van Arnon Grunberg vorig jaar, “waarin hij heel duidelijk de vergelijking trok tussen de bejegening van joden in de jaren dertig en hoe er nu met minderheden om wordt gegaan, waaronder met Marokkanen”.
Er doken echter snel uitspraken op die Benali vijftien jaar geleden maakte over ‘te veel Joden in Amsterdam’. Hij wilde er geen afstand van nemen, want dat zou suggereren dat hij het ooit gemeend heeft. Het was volgens hem een slechte grap. Hij heeft toch besloten de 4 mei-lezing niet te doen: “Ik heb besloten die lezing niet te geven omdat ik niet wil dat er ook maar één seconde twijfel is bij de overlevenden van de Jodenvervolging.”
Benali stelde in een artikel van NRC Handelsblad dat er grappen gemaakt moeten kunnen worden. Toch staat in dit artikel even later dat hij wil dat wanneer er grappen worden gemaakt over Marokkanen, zij vaker naar de rechter moeten stappen. Is dit niet tegenstrijdig? Benali vindt dat moslims het recht hebben om naar de rechter te stappen als ze zich beledigd voelen, “ook om een signaal af te geven naar de politiek, naar de samenleving.”