Arnon Grunberg: “Ik omschrijf mezelf weleens als de gemiddelde zondaar”
Arnon Grunberg heeft de wildste reizen achter de rug: hij ging met een voormalig Afghaanse asielzoeker op roadtrip naar Kabul, liet zich opnemen in een Belgische inrichting, verbleef een tijd bij een circus in de Achterhoek en was undercover als masseur in Roemenië. Dit alles is slechts een greep uit de reisreportages die de schrijver de afgelopen jaren meemaakte. Nu heeft hij zijn dertig mooiste verhalen gebundeld in een nieuwe boek: Slachters en Psychiaters. Maandagavond vertelt hij er alles over bij Op1.
”Ik vind het belangrijk om bepaalde zaken die belangrijk zijn in de maatschappij, maar zijn weggedrukt in de periferie, te onderzoeken.” Dat was voor Arnon Grunberg ook een reden om naar een slachthuis te gaan. ”Ik ben in oorlogsgebieden geweest en heb gehoord hoe mensen daar om het leven zijn gekomen. Daarom dacht ik: dan wil ik ook wel zien hoe dieren worden gedood.”
Persoonlijk
Ook ging Grunberg aan de slag als masseur in Roemenië. Daarvoor heeft hij eerst een cursus gevolgd. ”Bij al deze projecten moet je wel iets overwinnen. Het lastigste zijn de voeten. Je moet je eigen smetvrees overwinnen en dat lukte mij gelukkig heel goed.”
Naast het feit dat Grunberg in het boek schrijft over verschillende maatschappelijke thema’s, geeft de schrijver ook veel prijs uit zijn persoonlijke leven. Zo schrijft hij onder andere over de reis die hij maakt met zijn vriendin, wie hij voor de reis heeft vertelt op iemand anders verliefd te zijn. ”Het was voor ons allebei een ontzettend moeilijke reis. Toch ben ik heel blij dat we die reis samen hebben ondernomen.”
Arnon Grunberg: “Ik omschrijf mezelf weleens als de gemiddelde zondaar, dus ik wil ook graag de minder mooie kanten laten zien. Dat vind ik iets wezenlijks. Heel veel mensen zullen ook minder mooie kanten hebben, dus door dit te delen, kan je hierover ook een dialoog voeren.”