“Stikstof is een taartpuntje uit een veel grotere puzzel”
De leden van boerenorganisatie LTO geven de stikstofplannen van Johan Remkes een krappe voldoende, maar hebben weinig vertrouwen in de uitvoering door het kabinet. Is er voldoende draagvlak om het stikstofbeleid eindelijk van de grond te krijgen? We bespreken het met LTO Melkveehouderij-voorzitter Erwin Wunnekink, politiek verslaggever Thomas van Groningen en Volt-Kamerlid Marieke Koekkoek.
Binnen een jaar moeten er 500 tot 600 bedrijven rondom kwetsbare natuurgebieden zijn verdwenen. Tenminste, dat staat in het voorstel van stikstofbemiddelaar Johan Remkes. LTO Melkveehouderij-voorzitter Erwin Wunnekink is kritisch. Volgens hem kost zo’n operatie veel meer tijd. “Iedereen wil het vandaag geregeld hebben, terwijl de processen nog moeten beginnen.”
Meer tijd
Wunnekink denkt dat er weer een probleem komt als de plannen daadwerkelijk binnen een jaar moeten worden uitgevoerd. “Dat gaat gewoon niet lukken.” Maar wat is dan wel haalbaar? Wunnekink denkt dat er nog veel meer geïnventariseerd moet worden voor er definitief knopen kunnen worden doorgehakt. “Dat gaat tijd kosten. Minimaal drie jaar.”
Wantrouwen
Vanuit de LTO klinkt dus lichte kritiek en dat komt niet alleen door de plannen van Remkes, maar ook door flink wat wantrouwen in de politiek. Marieke Koekkoek van Volt wil daar verandering in brengen. “Zorg dat iedere boer een persoon kan aanspreken die met je mee kan denken en waarmee je gesprekken kunt voeren over wat wel kan.” Volgens Koekkoek zijn die mensen er op dit moment niet en daar moet zo snel mogelijk verandering in komen. “Het moet iemand zijn die praktisch met je mee denkt. Met ‘je’ bedoel ik dan de boer.”
Het grotere plaatje
Volgens Koekkoek praten we nu alleen maar over stikstof, maar zou er over veel meer zaken gepraat moeten worden als het gaat om natuurbeheer. “We hebben nu een taartpuntje van een hele grote puzzel gepakt en daar is een maatschappelijk conflict ontstaan. Ik denk dat het belangrijk is om terug te gaan naar het grotere plaatje. Als we daarnaar kijken, vinden we veel makkelijker een plek vanwaar we met zijn allen kunnen beginnen”, besluit het Kamerlid.
Kijk hier het hele gesprek terug.
