LangeLand Ziekenhuis sluit spoedeisende hulp drie dagen per week
Het LangeLand Ziekenhuis in Zoetermeer sluit drie dagen per week de spoedeisende hulp. Directeur Pier Eringa moet de maatregel noodgedwongen nemen: door ziekteverzuim en krapte op de arbeidsmarkt is het personeelstekort op de afdeling te groot. Hoe het personeelstekort in de zorg is ontstaan én wat eraan te doen is weet Stella Salden, voorzitter van NU’91. Ze schuiven samen aan bij Op1 om erover te praten.
Volgens directeur van het LangeLand Ziekenhuis Pier Eringa is het sluiten van de spoedeisende hulp het allerlaatste redmiddel. ”We hadden dit scenario niet voor ogen. We wilden gewoon die spoedeisende hulp open houden, ook al zijn er te weinig dokters en verpleegkundigen. Maar op enig moment kom je tot de ontdekking dat we zo veel van de dokters en het personeel vragen. Dan kom je voor een dilemma te staan. Ga je koste wat kost voor de patiënt, of heb ik ook in mijn werkgeversrol een verantwoordelijkheid naar mijn personeel toe. En je wilt ook op de lange termijn dat de zorg bekend blijft staan als aantrekkelijke tak van sport waar je goed kunt werken. Als je die twee dan afweegt hebben we gezegd dat we tijdelijk dichtgaan.”
Goed signaal
Voorzitter van beroepsvereniging NU’91 Stella Salden vindt het sluiten van de spoedeisende hulp een goed signaal. ”Ik ben blij dat eindelijk iemand het lef heeft om voor het personeel te kiezen. De maat is gewoon vol. De werklast is te hoog en bij een nog hogere werklast kun je gewoon geen kwaliteit van zorg meer leveren.” Salden benoemt dat er niet alleen in de ziekenhuizen sprake is van een te hoge werkdruk. ”We zien het bij huisartsen, in de geestelijke gezondheidszorg, de gehandicaptenzorg. Het is een breed probleem in de zorg en niet alleen in de ziekenhuizen of de spoedeisende hulp.”
Dat beaamt Pier Eringa: ”We gaan hier meer van horen de komende tijd. Vandaag al hoorde je dat de kraamzorg in de problemen is en de thuiszorg. De zorg heeft niet de cultuur zoals de boeren die wel hebben, die schieten ver door. Maar het was natuurlijk wel een beetje pijnlijk dat die boeren zo veel aandacht kregen. De huisartsen zijn ook op het Malieveld geweest en dat was een klein berichtje. Kennelijk is het soms ook wel nodig om iets op de agenda te krijgen dat je je laat horen en zien.”